Een bijzonder verhaal van verzet

Roxane van Iperen, ’t Hooge Nest. Amsterdam, 2018

Ik heb dit boek in één dag uitgelezen, die dag deed ik niet veel anders en in één dag doorlezen doe ik niet vaak.

Het verhaal

Het is de geschiedenis van een ‘gewoon’ joods gezin in oorlogstijd, eenvoudige mensen, die zich er doorheen proberen te slaan. Centraal staan twee zussen, en met name één daarvan, Jannie. Zij is de sterkste. Lien is vooral artistiek, Jannie is ook voor de oorlog al politiek actief en betrokken, bijvoorbeeld bij de Spaanse Burgeroorlog, vanuit Nederland. Verzet ín de oorlog is voor haar vanzelfsprekend. Zij heeft geen J in haar paspoort laten zetten, ze heeft wel een vermoeden van wat dat gaat betekenen. De rest van de familie doet gewoon wat moet.

Jannie doet  in eerste instantie vooral hand- en spandiensten voor het verzet: veel kranten rondbrengen, onderduikadressen organiseren, persoonsbewijzen vervalsen, distributiekaarten regelen, nou ja, wat niet. Ze moeten op een gegeven moment een veiliger plek vinden dan de jodenbuurt in Amsterdam, daar volgen de razzia’s elkaar inmiddels snel op. Jannie heeft inmiddels een man, een goj, met wie ze getrouwd is, Lien heeft ook een man, een Duitser notabene, ook goj, muzikant / concertpianist. Zij zijn níet getrouwd in de periode dat dat nog kan, gewoon, vanuit bohemienachtige  levensstijl.

Ze wonen een tijd in Bergen, in zomerhuisjes, maar daar dreigt ook verraad, en ze zoeken en vinden iets in het Gooi, de twee goj-mannen weten het te huren van twee dames uit de Amsterdamse rivierenbuurt die gewoonlijk daar de zomermaanden doorbrengen.

Het huis is ‘t Hooge Nest. Het ligt zeer afgelegen en is heel groot. Het loopt vol met familie, met onderduikers en bezoekers, het is echt een nest van verzet en ook van cultuur, Lien en haar concertpianist krijgen ongetrouwd ook een kind, Jannie en haar Rob hebben er twee, en er wonen wel meer kinderen. Het jongere broertje van Jannie en Lien, heel handig, bouwt overal schuilplaatsen en alarmsystemen.

In 1944 worden ze verraden. Deze zin is makkelijk op te schrijven, ‘ze worden verraden’, maar de enormiteit ervan, en het onbegrip, doet de pen toch stokken. De meesten van het joodse gezin worden opgepakt, de kinderen worden snel naar de dokter gebracht die wel bereid is er even op te passen tot de Duitsers hen ook kunnen halen. Het kindje van Lien wordt door een vriendin daarvandaan ontvoerd, omdat die waarschijnlijk als voljoods geen kans heeft, de Mischlinge (ik word misselijk van het woord), de kinderen uit het officiële huwelijk van Jannie en Rob, misschien wel. Hun vader wordt gewaarschuwd, haalt hen op en duikt elders onder.

Jannie wordt hevig gemarteld, het is duidelijk dat zij in het verzet gezeten heeft en wel iets te vertellen heeft, maar er komt geen oordeel en ze belandt net als de rest van de familie in Westerbork. Onderweg tussen gevang en verhoren weet Jannie trouwens nog de Duitse deserteur, de man van Lien, te laten ontsnappen, ook weer een heldendaad die ze onverschrokken uitvoert. Hem zou als deserteur ook executie wachten immers.

De transporten naar Auschwitz staan bijna stil, de joden zijn ‘op’. Maar in de laatste trein die vertrekt, daarin komt dit hele gezin Brillenslijper. De ouders worden onmiddellijk vergast, het broertje, jongeman inmiddels, vindt daar ook de dood, hoe en wat is niet zo duidelijk, en Jannie en Lien komen steeds aan de goede kant van de selectie uit. Mengele is de selecteur.

Ik kan de hel daar niet beschrijven, en al lezend ook moeilijk verdragen. Ze worden op een gegeven moment weer op transport gesteld, en belanden in Bergen-Belsen. Daar zijn geen gaskamers, maar iedereen gaat dood. Ook die hel is niet te beschrijven. Alleen door elkaar te steunen, en dan vooral doordat Jannie Lien erdoorheen sleept, halen ze het tot het eind.

Het thuiskomen is nog een verhaal apart, maar de mannen en kinderen leven nog. Jannie is de rest van haar leven actief geweest in het herdenken van de oorlog. Ze is oud geworden.

Oordeel

De schrijfster Roxane van Iperen komt in het Hooge Nest te wonen en daar vinden ze bij het opknappen onder de vloer resten van de geschiedenis van het huis. Ze herstellen het huis niet in historische staat, ze willen er ook  gewoon wonen, maar dit boek ziet ze wel als een historisch behoud van het huis. Ik vind het als zodanig heel goed gelukt. Prachtig. Ze heeft het geschreven alsof ze er bij was, als een roman met een alwetende verteller. Ook kleine details, geuren, gesprekken, dagelijkse ervaringen, angsten en andere gevoelens. De bronnen maken dit geloofwaardig: ze heeft nog met veel mensen kunnen spreken, of opgenomen interviews kunnen beluisteren, veel dagboeken, schriften, andere boeken over mensen enzovoort. Het brengt het allemaal heel dichtbij.

Het voorstellingsvermogen te boven

Oorlog en onderdrukking, verzet en executies, het zijn dingen die je je allemaal voor kunt stellen als dingen die gebeurd zijn en zo weer kunnen gebeuren. Maar de racistische massamoord op joden, en de behandeling van de joden die niet direct vergast werden, daar kan ik echt niet bij. Iedere keer als ik daarover lees, lees ik het met grote ogen van verbazing. Ik snap het niet. Bijvoorbeeld die grote kuilen bij Auschwitz, waar enorme vuren in brandden en waar ze vrachtwagens jonge kinderen in kiepten omdat die bij de vergassingsprocedures zo in de weg konden zitten. Als er dan een brandend weer uit kroop gewoon terugduwen: het beeld staat me helder voor ogen, zoals ook eerder al verhalen over Duitsers die er plezier in handen daar baby’s eigenhandig in een zo hoog mogelijke boog in te slingeren, het gaat gewoon elk voorstellingsvermogen te boven.

Herzberg lezen helpt, niet voor het voorstellen, maar voor het analyseren. Want Herzberg heeft, zoals hij in Amor fati schrijft, niet de belangstelling voor de tegenstander verloren, ook niet toen hij tegen de grond geslagen werd. Een wijs man.

Plaats een reactie

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en Google Privacy Policy en Servicevoorwaarden toepassen.

De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.