Joseph Heller, Catch 22. Simon & Schuster, New York, 19611
De titel komt vaak langs en is in het taalgebruik ingedaald tot uitdrukking voor een situatie waar elke keuze absurd is en zijn eigen tegenargument meebrengt. De situatie waarin het boek zich afspeelt is een Amerikaans legerkamp in Italië aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. De opdracht is bommen te gooien, met name op de Balkan. De hoofdpersoon wil geen missies meer doen, hij meldt zich ziek, en weet onwetende dokters ervan te overtuigen dat hij ziek is. De “Catch 22” is: ik wil geen missies meer vliegen, want ik wil in leven blijven. Ik ben een ingebeelde zieke, dus gek. Nee, ik ben juist niet gek, want ik wil geen missies meer vliegen. Als ik wél missies wilde vliegen, dan zou ik bereid zijn te sterven in een oorlog die toch al bijna voorbij is, ik zou dan gek zijn en dus geen missies moeten vliegen.
De hoofdpersoon, kapitein Yossarian, maakt geen geheim van zijn denkwijze. De discussies tussen de mensen over zijn positie en stellingname zijn hilarisch: ze willen hem ervan overtuigen, dat het missie vliegen moet omdat er nog een oorlog gaande is die gewonnen moet worden. Maar hij wil het niet, want er is nog een oorlog gaande, en daar kun je aan dood gaan. De oorlog houdt toch wel op, een keer, dus ik hoef niet dood. Iemand anders, nou ja, als die wel wil vliegen, mét de kans dood te gaan, dan moet ie dat maar doen, maar ik wil niet dood, dus ik doe het niet.
Het is één lang anti-oorlogsverhaal. Het heeft niks realistisch, de figuren van de generaals, kolonels en alles wat daaronder zit, zijn volstrekt karikaturaal, zijn schets van de militaire bureaucratie is karikaturaal, het is allemaal karikaturaal. De gesprekken, over alles, niet alleen over de oorlog, zijn schijnbaar logisch en tegelijkertijd bizar en contradictoir. Alles om te laten zien hoe absurd het is om jonge mannen op pad te sturen om een oorlog te winnen. Het verscheen in 1961 en werd – niet verwonderlijk – populair onder jongeren in hun verzet tegen de Vietnamoorlog.
De boodschap en de stijl zoals hierboven getypeerd zijn heel consistent, het was in het begin ook bijzonder om te lezen en in de door Heller geschetste bizarre wereld te stappen. Maar uiteindelijk kon ik het geduld niet opbrengen om het per bladzij te lezen. Scannen, hoofdstukken overslaan, op een gegeven moment een kwart van het boek overslaan, en ik had niet het gevoel iets gemist te hebben. Toch kijk ik met plezier op het lezen terug. Tegenstrijdige vaststellingen, maar dat past wel bij het boek.