Bas von Benda-Beckmann, Het Oranjehotel. Een Duitse gevangenis in Scheveningen. Querido, Amsterdam, 2019.
We wonen in Scheveningen, de gevangenis is een paar honderd meter verderop. Ik rijd er bijna dagelijks langs. Ik kreeg het boek erover van Sinterklaas, het was echt net verschenen en ik ben het direct gaan lezen.
Het heeft me zeer geboeid. Het is echt wat de titel aangeeft: de hele geschiedenis, van de hele gevangenis, in die hele vijf jaar. Hij is vooral bekend als gevangenis voor verzetslieden, waarvan er 250 ter dood veroordeeld en op de Waalsdorper vlakte gefusilleerd zijn, maar de schrijver heeft zich hier niet op geconcentreerd, al maakt het natuurlijk wel een belangrijk deel van het verhaal uit. Eerst wordt de verbinding en gedeeltelijke overlap tussen de Nederlandse en de Duitse rechtsspraak en rechtspleging getoond, er bleef immers natuurlijk ook altijd nog een stuk rechtspraak in stand voor ‘gewone’ misdaden, maar hij legt ook goed uit dat ‘gewone’ misdaden in deze ongewone omstandigheden niet altijd gewoon zijn. Beroepsdieven gingen ook distributiebonnen stelen, of op de zwarte markt handelen, en dat werden dan toch als misdaden tegen het Duitse bewind gezien en veroordeeld. Het verzet speelde er ook een rol in, niet zozeer in de zwarte markt, maar zeker wel in de diefstallen in distributiebonnen.
Dan komen de politieke gevangenen en hun lotgevallen langs. Het is altijd aangrijpend, en moeilijk voor te stellen hoe het is om ‘in het verzet te gaan’ en dan gepakt te worden, of verraden. Gemarteld te worden en zo tot verraad gedoemd, of verleid tot spionage voor de Duitsers, infiltratie in verzetsnetwerken, ook dat gebeurde onder druk van martelingen.
Hij loopt de verschillende soorten gevangenen en misdaden langs, hij heeft echt heel minutieus bronnenonderzoek gedaan, het meeste zijn het directe bronnen, voorzover ze niet door de Duitsers op het eind verbrand zijn. Het echte gevangenislogboek is in vlammen opgegaan, maar er is nog heel wat daarnaast.
Behalve de 250 mensen die hier geëxecuteerd zijn, zijn er ook veel tot concentratiekampen veroordeeld en daar omgekomen, of naar Duitse rechtbanken doorgestuurd en daar tot kamp of peloton veroordeeld. Ik was weer onder de indruk van de terreur en besef goed dat ik me niet voor kan stellen hoe het is om in zo’n situatie te leven.
Daartegenover was het juist leuk om te lezen hoe verschillende sociale achtergronden en type ‘misdaden’ bij elkaar in de cel belandden en dan al dan niet tot begrip en verstandhouding kwamen. Communisten met gereformeerden of liberalen, ongeschoolden met hoogleraren, en het ging wel of het ging niet, veelal afhankelijk van persoonlijkheid en vooral het open staan voor wie anders dan jezelf is.
Bij de leiding was weinig continuïteit, en ze verschilden onderling ook nogal wat, met name in de mate waarin wreedheid tot hun systeem behoorde. Ook in de eerste periode werd er wel gemarteld, vooral geslagen, maar het was niet systematisch; er heerste vooral willekeur. Later werd dit anders.
De bevrijding verliep chaotisch, zoals die dagen waarschijnlijk alles chaotisch verliep.
Ik vond het een onderhoudend boek, en we gaan er natuurlijk binnenkort ook heen, naar dat Oranjehotel. Ik vond centrale bedoeling van de schrijver, laten zien dat het gevang niet alleen ‘het Oranjehotel’ was, maar ook gewoon een gevangenis in oorlogstijd, niet wereldschokkend, maar voor het historisch juiste beeld wel terecht. Toch: de reden dat we het nog belangrijk vinden zit hem in die rol als onderdrukkingsinstrument en als laatste plek voor geëxecuteerde verzetslieden. Dat mag zo blijven.