Ilil Arbel, Maimonides. A spiritual biography. New York, 2001
Inhoudelijk gesproken is dit een weinig eisend en ook weinig opleverend boek. Ik liep er toevallig tegenaan in de bibliotheek, het bleek een licht klein boekje over de levensloop van Maimonides te zijn, met een beschrijving van de totstandkoming en waarde van een aantal van zijn boeken. Toch: nu weet ik meer over hem dan eerder.
Ik vond Maimonides (Mosje Ben Maimonides, 1135-1204) op onze reis in Spanje een bijzondere en intrigerende man, en mijn hart sprong op toen ik bij het openen van dit boek de foto van zijn standbeeld zag, een foto die ik op vrijwel dezelfde manier gemaakt had. Een zittende man, eenvoudig, slank, op een heel klein pleintje in Córdoba, en aan datzelfde pleintje is een piepklein synagoogje. Vlak daarbij een museum over hem, dat – heel passend – erg tekstgericht is, je staat daar vooral te lezen.
Córdoba is de stad die hij al op 11-jarige leeftijd moest verlaten. In deze periode werd de verdrijving der Joden door de Almohaden – een Moors-Spaanse dynastie geïnitieerd, starre moslims die synagogen verwoestten en Joden dwongen zich tot de islam te bekeren. Liever vluchtten ze. Maar Maimonides is volgens de schrijver van deze levensgeschiedenis Córdoba altijd bleef missen. Volgens hem bleef hij zo sentimenteel over Andalusië, omdat daar een geleerde gemeenschap was die hij elders niet meer vond. Dit lijkt me gezien de plaatsen waar hij verkeerd heeft, met name in Egypte, waar hij uiteindelijk het langst gewoond heeft, niet overtuigend. Hij bleef zich Maimonides uit Andalusië noemen. De meeste namen zijn zo gevormd, ook bij ons. Waarom daar niet dus, het lijkt me geen argument voor heimwee.
De band met zijn vader en zijn broer was hecht, onder de dood van zijn broer heeft hij heftig geleden. Het gezin heeft jaren lang, van de ene plaats naar de andere vluchtend, door Spanje getrokken, tot het niet meer ging en ze naar Marokko gingen en in Fez kwamen te wonen. Hij is nooit meer terug in Spanje geweest. Onder het reizen heeft hij altijd doorgestudeerd, naar goed joodse traditie, en zijn vader is altijd zijn zeer gewaardeerde leraar gebleven, ook al werd de zoon al gauw geleerder dan de vader. Hij was op heel jonge leeftijd al heel productief, ook in het schrijven van grote verhandelingen.
Zijn schrijven was gericht op het brengen van samenhang in de grote hoeveelheid kennis die beschikbaar was, dit bijvoorbeeld in zijn medische verhandelingen (die hij vooral op latere leeftijd schreef, veelal op verzoek) en die een wetenschappelijke houding verraden. Hij schreef vijftien jaar aan een boek, de Misjna Thora, waarin hij de joodse wetten behandelt. Anders dan de Karaïeten, een dan levendige stroming, ontstaan in Babylonië in de 8e eeuw, die als echte Lutheranen klinken: sola scriptura!, en die van de Misjna en Talmoed niks moeten hebben. Hij brengt wat in de oorspronkelijke Thora staat en wat de Misjna en Talmoed brengen bijeen en onderscheidt wat bewijsbaar als echte wetten geldt, en wat niet. Ordening en selectie, dus, uitmondend in een heus joods ‘wetboek’, wat velen tot gids werd.
Een ander belangrijk werk is de ‘Gids voor de verdoolden’, In het Duits heet het Führer der Unschlüssigen, dat is een mooi woord. Ik lees het als ‘zij die nog geen vaststaande conclusies hebben getrokken’. De Engelsen schijven ‘Guide for the perplexed’, dat lijkt ook mooi, al is het Nederlandse ‘perplex’ wellicht wat te sterk voor de verdoling die hier bedoeld wordt. Het is duidelijk, dat hij uit is op lezers die op zoek zijn naar richtingswijzers, naar overwegingen zonder dwingend karakter. Het is de verhandeling waarin hij de inzichten uit de Griekse, met name de Aristotelische filosofie, probeert te verbinden met de Joodse theologie en wijsheid. Naar zijn overtuiging zijn godsdienst, filosofie en wetenschap één, en geldt er voor al die dingen een gids naar de waarheid. Niet dat hij die waarheid weet, maar hij zoekt er naar, en wil ook meedenkers en kritiek. Domoren kun je niet overtuigen, die moet je vermijden, is zijn motto. Soms schrijft hij polemisch, maar meestal ligt de polemiek bij anderen. Dat er werkelijk ook Joden geweest zijn die tot verbranding van zijn boeken, en zelfs van zijn aanhangers (via de christelijke inquisitie) hebben aangezet, is pijnlijk om te lezen, maar zo blijkt weer, overal zijn slechte mensen, ook onder Joden.
Er zijn veel biografieën van Maimonides, dit is beslist niet de meest diepzinnige. Dat zeg ik zonder de andere te kennen. Ik ben benieuwd of ik nog eens tegen een aanloop.