Michael Ondaatje, Anil’s ghost. London, 20001
Ook in deze roman van Ondaatje staat net als in de vorige die ik van hem las oorlog centraal. Niet de oorlog die we kennen, de tweede Wereldoorlog, maar de oorlog in Sri Lanka, eind vorige eeuw. Het was een conflict tussen drie partijen, de Tamils uit het noorden die onafhankelijkheid nastreefden, de regering die hier met harde hand tegenop trad en de zuidelijke provincies die tegen de regering streed. Het gaat in dit boek helemaal niet over die partijen en de inhoud van de conflicten, het is een oorlog van iedereen tegen iedereen met alleen maar zinloos en nietsontziend geweld, moordpartijen, dorpen waarbij de hele bevolking vermoord wordt, oorlog als waanzin.
Drie personen spelen een hoofdrol in het verhaal. De Anil van de titel is een van oorsprong uit Sri Lanka afkomstige jonge vrouw die op haar vijftiende het land verliet om in de VS te gaan studeren en daar forensisch antropoloog wordt. Ze wordt vervolgens onderzoeker voor een mensenrechtenorganisatie en onderzoekt door het bestuderen van dode lichamen het bewijsmateriaal voor mensenrechtenschendingen, dit is wat ze ook in Sri Lanka komt doen, maar haar persoonlijke agenda is in haar geboorteland te blijven na deze opdracht.
Ze moet van regeringswege samenwerken met Sarath, een archeoloog, die helemaal in de Sri Lankaanse geschiedenis leeft en vrij onduidelijk is over de rol die hij in Anils onderzoek moet spelen. Namens de regering op haar werk toezien? Haar helpen? Het eerste onder het mom van het laatste? Dat laatste is natuurlijk het meest waarschijnlijke. Het wordt een wat moeizame werkrelatie die in de loop van het boek wel steeds soepeler gaat lopen, en zijn betrokkenheid om achter de waarheid te komen lijkt steeds oprechter.
Dan is er nog de veel jongere broer van deze Sarath, een jongen die zijn opleiding tot arts krijgt in oorlogsgebied, het noorden van het land, en daar niet meer is weggegaan. Ook niet meer opgehouden is de slachtoffers van welke groep dan ook onder zeer moeilijke omstandigheden, met gebrekkige of ontbrekende middelen, naar vermogen te helpen: helpen overleven, helpen dat been te behouden, helpen door de in oorlogsomstandigheden vaak heersende ziektes als cholera en difterie heen te komen, kortom te helpen. Vanaf het wakker worden tot aan het inslapen. Dat inslapen doet hij het liefst op een bed in de kinderafdeling. De zorg van de moeders voor hun kinderen te zien is het enige wat hem nog weerhoudt de mensheid in zijn geheel te vervloeken en aan hun lot over te laten. De waanzin van de ‘oorlog’, een blinde strijd van allen tegen allen, is een vanzelfsprekendheid in zijn leven. “Let conversations cease. Let laughter flee. This is the place where Death delights to help the living.” De dood als bevrijding uit lijden en waanzin. Dat is oorlog.
Er is een hoofdstuk tussendoor, over een dokter die in Colombo een bedaard en welgesteld leven leidt als arts van de geprivilegieerden die zich een dokter kunnen permitteren. Hij wordt ontvoerd als hij aan het golfen is, zonder geweld, gewoon na het neerschieten van zijn vanzelfsprekende lijfwacht, door een gewapende groep mannen die hem naar de jungle rijdt en in hun noodhospitaal aan het werk zet. Het is het enige wat hij hoeft te doen, vanaf het ontwaken tot het inslapen, en hij doet het zonder voorbehoud of nadenken. De waanzin van de ‘oorlog’, een blinde strijd van allen tegen allen, is sluipenderweg een vanzelfsprekendheid in zijn leven aan het worden. Tijd voor reflectie heeft hij niet, maar zonder dat de schrijver er een woord aan besteedt voel je hem een ander mens worden. Behalve in de schildering van dokterswerk in deze omstandigheden is er geen personele relatie met de rest van het boek, de relatie zit hem in het dokterswerk in oorlogstijd.
De broer-dokter lapt de gewonden op of stelt naar bureaucratische normen de doodsoorzaak van binnengedragen lijken vast. De antropoloog en de archeoloog gaan op zoek naar de identiteit van een lichaam dat is (her)begraven tussen heel oude skeletten in een poging zijn recente dood te verheimelijken. Het zoeken naar de identiteit van die ene staat voor het zoeken naar de identiteit van velen, het bewijs voor de moord op deze ene en het zoeken naar sporen van de dader voor het bewijs van de moord op velen. Ze vinden het, Anil doet zakelijk en wetenschappelijk verantwoord verslag op een conferentie waar ook Sarath aanwezig is. In zijn reactie op haar verhaal ondergraaft hij het wetenschappelijk bewijs volledig, en onderweg naar de uitgang wordt haar al haar bewijsmateriaal ontnomen, alsmede de geluidsband van haar presentatie. Haar wordt dan iets toegestopt waarop de boodschap van Sarath aan haar: verlaat het land onmiddellijk, hier is je materiaal, neem het mee naar buiten. De broer van Sarath valt het dan toe het lijk van Sarath te identificeren.
Bij sommige boeken is het lastig om gauw daarna een ander boek ter hand te nemen. Beter is het om wat administratie te doen, te gaan wandelen of uitgebreid te koken, desnoods een wedstrijd van Ajax of de Oranjevrouwen te gaan kijken, maar even geen boek, even geen ander verhaal.
Er zitten meer verhalen in het boek: de ontdekking van de Sri Lankaanse geschiedenis vanuit Sri Lankaans perspectief bijvoorbeeld. Palipana is de leermeester van Sarath, in geschiedenis en archeologie, en grondlegger van de Sri Lankaanse geschiedschrijving. “While the West saw Asian history as a faint horizon where Europe joined the East, Palipana saw his country in fathoms and colour, and Europe simply as a landmass on the end of the peninsula of Asia.” Het is een prachtige typering van een ander perspectief. En ik, woonachtig op een puntje van dat schiereiland ver weg, neem het ter harte. Sarath beleeft in zijn archeologisch onderzoek een samenvloeien van heden en verleden, niet zomaar als concept, maar echt, in beelden en kleuren en geluiden. Het is een manier van de geschiedenis beleven die bij hem wel botst tegen zijn ook door de westerse geschiedschrijving gevormde wetenschappelijke benadering, maar die evengoed er is en in hem aanwezig blijft. Ondaatje beschrijft dit prachtig.
Lees Ondaatje. Je wordt er niet vrolijker, maar wel rijker van.