David Mitchell, The thousand autumns of Jacob de Zoet. London, 2010
The thousand autumns komen in het boek voor als naam voor Japan, het land waar het boek zich voor het grootste deel afspeelt. De Nederlandse vertaling heeft het over De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet. Fijn dat ik het niet in het Nederlands gelezen heb, want zo’n vertaling belooft al weinig goeds. Dat je ‘herfst’ moeilijk in het meervoud krijgt is geen excuus. Een associatie met seizoenen en het verglijden van de tijd, een belangrijk element in het boek, verdwijnt in de Nederlandse vertaling. Ik zou denken: de duizend lentes, of de duizend seizoenen. Ik ben dan toch benieuwd of en hoeveel hieraan discussie is vooraf gegaan en welke opties en bezwaren er langs zijn gekomen.
Maar Jacob de Zoet. Ik heb aan het eind van het boek met weemoed afscheid genomen van de man, ik ben op hem gesteld geraakt en dat is altijd een teken dat de roman als roman geslaagd is. Het grootste deel van het boek speelt zich rond 1800 af, als Jacob vijf jaar bij de VOC zal dienen om rijk genoeg te worden voor zijn meisje in Domburg. Hij is klerk, schrijver in letterlijke zin, en zijn opdracht is de boeken na te kijken. Er is verdenking van corruptie bij de handel met de Japanners. Zijn opdrachtgever zegt die te willen bestrijden. Als hij zijn rapport indient, met veel bewijzen voor die al vermoede corruptie, blijkt de baas die bewijzen – geheel corrupt – te gebruiken tegen de boosdoeners. Hij wil Jacob medeplichtig daarin maken, maar zijn protestantse rechtschapenheid belet hem dat en hij blijft in de laagst denkbare functie voor een Nederlander in Japan achter, terwijl de anderen op jacht naar geld naar Batavia afreizen en over een jaar pas weer terug zullen komen.
Ze komen helemaal niet meer terug. De VOC gaat ten onder, de Engelsen komen en hij voert namens de paar Nederlanders daar de onderhandelingen. De Engelsen schieten een paar kanonskogels af en druipen dan af, om onopgehelderde redenen, ze zouden militair gesproken de hele zaak kapot hebben kunnen schieten.
Ondertussen is Jacob verliefd geworden op een Japans meisje, maar is ze onbereikbaar. Ze wordt later ook nog verkocht aan een ‘klooster’ of tempel, waar geheel in het geheim vreselijke dingen gebeuren, een bevallingsfabriek, kindoffers, gruwel en ellende. Jacob weet door zijn bekendheid met Japanse mensen, omgangsvormen en tradities een rol te spelen in de bevrijding van de in tempel gevangen vrouwen.
In 1811, het laatste deel, ziet hij de Japanse waarop hij verliefd was terug en ze spreken elkaar even, heel kort. Zij zegt hem, dat zij samen instrumenten waren om die opheffing van de tempel met haar wanpraktijken tot stand te brengen. ‘En nu scheiden zich onze wegen.’ Hij is nog steeds verliefd op haar, de suggestie hangt er dat het omgekeerd ook zo is, maar ze zetten geen van beiden een stap, want het kan niet, een Japanse en een Nederlander.
In 1817 zien we hem dan nog even op een boot Japan verlaten. Hij moet de zoon die hij inmiddels met zijn Japanse concubine heeft, achterlaten. Die zoon is te Japans om mee te mogen, maar te Nederlands om echt Japanner te mogen zijn, dus hij verlaat hem met kramp in het hart. Jacob heeft ook verzocht zelf te mogen blijven, maar dat mocht niet. Japan heeft zich gesloten gehouden voor buitenlandse invloeden. Op die boot naar Batavia ziet hij de rest van zijn leven voor zich en zo krijgen wij dan te horen wat er verder nog gebeurt. De weemoed blijft, de dingen gaan zoals ze moeten gaan, en op zijn tijd sterft hij. Waarom de Engelsen halverwege de aanval hebben gestopt weet hij niet, wij krijgen daar wel een vermoeden van.
Het boek is bijzonder omdat het juist in die ontmoeting van Europese en Japanse mensen en denkwijzen de verschillen en daarin de gelijkwaardigheid laat zien. Gelijkwaardig, raar woord, ik waardeer niks, zie dat niet als mijn taak hier, maar de rites van Japan zijn even ‘exotisch’ als het type protestantisme van Jacob bijvoorbeeld, of de hiërarchie tussen de Europeanen. Ze zijn voor elkaar ondoorgrondelijk, maar kunnen binnen de groep van ‘de ander’ toch heel goed slechten van goeden onderscheiden. Hoewel het spionagesysteem van de Japanse abt voor iedereen, ook de lezer, een brug te ver is: daar is elke onthulling een verrassing, en weet je het uiteindelijk ook niet zeker. Het lijkt dan wel even op een Le Carré.
Ik vond het ook historisch interessant, ik weet natuurlijk in hoofdlijnen wel een beetje hoe de kolonisering en de onderlinge strijd tussen de Europese landen eruit zag, maar zo is het beslist weer preciezer in de tijd geplaatst en weet ik van Japan in die tijd zeker meer dan ik wist. Ik kan dit boek iedereen aanraden.
Het boek heeft ook ‘zwarte’ prijzen gewonnen, want hoewel een Europeaan hoofdpersoon is, is het Europese perspectief niet het enige perspectief. Dat is al wat waard. Een bespreking zou wellicht het ‘interculturele’ ook centraal moeten stellen. Maar ik vind het levensloopelement, zoals ik in het begin al noemde, ook van belang. Ja, mach doch einen Plan, sei doch ein grosses Licht, und mach dann noch `nen zweiten Plan, geh’n tun die beiden nicht. Woorden van Brecht, die ik geheel de mijne heb gemaakt. Het leven loopt zoals het loopt. Voor Jacob de Zoet, en wellicht voor ons allen, betekent dit: afscheid, altijd afscheid, van plannen, toekomstperspectieven, kinderen, liefdes, goede vriendenen uiteindelijk van het leven zelf.