William Melvin Kellet, A different drummer. 19541
Het heet ‘een herontdekte klassieker’, die zou doen denken aan Baldwin. Dat laatste kan ik niet checken, want ik las Baldwin nog niet (ik ben inmiddels natuurlijk in een boek van hem begonnen), maar het gaat wel over zwart en wit in de VS.
Het verhaal speelt in een dorpje in het zuiden, waar de meerderheid van de bevolking zwart is. Er gebeurt iets vreemds: een tank met zout rijdt door het dorp naar het land van Tucker Carlton. De witte mannen, die bij voorkeur een beetje rond de dorpswinkel hangen en soms wat tegen elkaar zeggen, wat eten en een saffie roken, gaan es kijken wat er gebeurt. Welnu, er is een grote berg zout gestort.
De volgende dag blijkt de bedoeling hiervan: Tucker strooit het zout over zijn akker, alsof hij aan het zaaien is. Tucker, een zwarte man, heeft het land twee maanden geleden gekocht van zijn vorige baas, de traditionele witte eigenaar Wilson, waar hij – net als al zijn voorvaderen, en zijn vader nu ook nog – in dienst is. De speculaties van de toekijkende witte mannen zijn niet van de lucht, maar Tucker kijkt niet op of om en blijft kalm aan het werk. En na gedane zaken hangt hij zijn zaaischort keurig terug op zijn plaats. Hij pakt zijn geweer, schiet zijn koe dood, en vervolgens, tot grote ontsteltenis van de toeschouwers, zijn paard. Zijn vrouw komt met de baby op de arm het huis uit, en dit huis gaat vervolgens in vlammen op. Dan gaan de twee, zonder iets tegen de groep witte mannen te zeggen, op pad naar het dorp. De dorpslieden blijven in verbijstering achter.
De volgende dag stappen er steeds meer zwarte mensen, in hun beste kleren en koffers en tassen bij zich, op de bus. Bus na bus vertrekt uit het dorp. Niemand vraagt hen wat, ze zeggen niks, ze gaan. En aan het eind van het verhaal zijn alle zwarten vertrokken.
De roman wordt vanuit verschillende perspectieven verteld, in verschillende periodes. Alle personages worden zo met geschiedenis en eigen perspectief ‘bekleed’. We lezen over de witte familie waarbij de Carlsons altijd in dienst waren, over hun huwelijk, hun jonge jaren, over hun kinderen nu, ook al volwassen. Voor de loop van het verhaal is van belang de vriendschap die de jonge Wilson, de latere landeigenaar dus, in zijn studententijd sluit met ene Benett Bradshaw. Benett is een zwarte man, maar dat speelt voor Wilson geen rol. Ze vinden elkaar in hun politieke opvattingen en activiteiten, dat laatste vooral in de vorm van vergaderingen en artikelen. Een half jaar voor het eind van zijn studie moet Benett naar huis, om voor zijn broers en zussen te gaan zorgen, want zijn beide ouders zijn overleden. Hij wordt de leider van een Church of the black Jesus. Zijn correspondentie met de jonge Wilson loopt af, omdat deze niet bereid blijkt naar New York te komen en zijn veilige zuidelijke landbezittersbestaan te ruilen voor de onzekerheid van een links journalistiek leven in New York.
Aan het eind van het boek verschijnt deze Benett in het dorp. Hij bezoekt zijn oude vriend, hij hoort wat Tucker Carlson gedaan heeft en stelt vast, dat hij dit gedaan heeft los van elke zwarte beweging ook. Hij deed het omdat hij wist dat dit was wat hij doen moest. Benetts conclusie is dat zijn tijd en zijn missie voorbij zijn.
Als hij door het dorp rijdt, met Wilson bij hem, op weg naar de ruïnes van Tuckers huis en akker, hebben de witte mannen uit het dorp net tot zich door laten dringen wat het betekent dat de zwarten vertrokken zijn. Good riddance, is het idee eerst, maar dan zitten er toch ook andere kanten aan. Geen bediendes meer! Halvering van het aantal klanten van de winkel! Sowieso: een enorme belediging, zo maar weggaan, zonder iets aan de witman uit te leggen! En wie zijn schuld is het? Van die zwarte dominee natuurlijk.
In een pijnlijke slotscène wordt onze Benett gelyncht, hij verzet zich niet en Wilson keert zich af, weer te laf om te handelen in overeenstemming met zijn opvattingen.
Het is een bijzonder verhaal, realistische personages in een surrealistische plot. De schets van de landerige sfeer onder de blanken in een zuidelijk dorpje is mooi, de verhalen vanuit de verschillende perspectieven van leden van de Wilson familie die allemaal op eigen wijze hun interne conflicten en hun vaak onbewuste vanzelfsprekendheden over de rassenverhoudingen zijn goed geschreven en dragen bij aan de laatste ‘vanzelfsprekendheid’. Het boek is uit 1954. Er is veel veranderd sindsdien, maar er is ook nog veel hetzelfde gebleven.
Ik las een dezer dagen van een schrijver die uit New York naar Texas (of was het Georgia?) verhuisde: we waren hier vroeger de meerderheid, we zijn naar het noorden verhuisd, maar we kunnen gewoon weer naar het zuiden gaan en daar de meerderheid gaan vormen. Het zou dé ommekeer zijn van de grote trek, het grote vertrekken, zoals dat in dit boek beschreven wordt.