Martine Bijl, Rinkeldekink. 2018
Dit boek bevat Martine Bijls verslag van haar jaren na de hersenbloeding die haar zeer invalideerde. Het was een aneurysma, dus geen kleinigheid. Alles is aangetast, haar concentratie, haar begrip, haar coördinatie. Ze is lang in een revalidatiekliniek, maar gaat naar huis als er weinig verbetering meer te verwachten is. Ze herkent haar huis niet meer, maar zegt het maar niet.
Deze laatste zin is exemplarisch voor hoe ik het boek beleefd heb. Ik vond het lastig er goed achter te komen hoe het nou werkelijk met haar ging, want vertelt ze dat wel? Of zegt ze het maar niet? Ze heeft, zo schijnt het, toch veel zelf hiervan geschreven, maar hoe dan? Computer aan en typen? Ik zie dat nog niet zomaar. Maar misschien ook omdat ze na een tijd in een diepe depressie raakt, de Zwarte Deken zoals ze dat zelf noemt, en het lijkt alsof dit nog veel erger is dan de hersenbloeding. Ook hiervoor wordt ze opgenomen, maar dan in een psychiatrische kliniek, waar ze woont met ouderen, dus ook alzheimer patiënten en andere dwazen. Het boek is heel fragmentarisch, het lijkt niet alsof ze ook maar enige controle over haar leven heeft, en ook niet over dit boek. Stukjes en brokjes krijgen we toegeworpen. En aan het eind houdt het gewoon op. Net als haar leven.
Ze heet ‘overleden aan de gevolgen van de hersenbloeding’, maar dat heb ik altijd een mysterieuze formulering gevonden. We overlijden niet meer aan ziektes, maar aan de gevolgen ervan. Wat zou het in dit geval betekenen? Ze kan een nieuwe hersenbloeding gekregen hebben en gaat daar dood aan, maar aan ‘de gevolgen van die eerste’ is ze niet overleden. Een tweede bloeding lijkt mij, medisch amateur, niet waarschijnlijk bij een aneurysma, Ze kunnen de depressie als gevolg zien, dat zou ik kunnen billijken, en daaraan kan zij, op welke wijze dan ook, aan overleden zijn. We weten het niet. Maar het is een boek in scherven, passend bij een vrouw wier alerte ziel in scherven viel. Zó jammer.