Robert Harris, The second sleep. London, 2019
Ik heb niet lang gewacht met het kopen en lezen van dit boek, toen ik ontdekte dat het verschenen was. Harris heeft allang mijn hart veroverd. Met name de Cicero-reeks vond ik fantastisch. Er zijn ook minder goed gelukte boeken bij, maar ze zijn altijd de moeite waard.
De tweede slaap is het tweede deel van de nacht, nadat je even wakker bent geweest. Het zal best een ander deel van je slaap zijn, met andere kenmerken, maar hier functioneert het vooral als ruimte om ook ’s nachts dingen te laten gebeuren, tussen de eerste en de tweede slaap gebeurt er in dit boek van alles. Misschien heeft het ook een diepere betekenis, maar als dat zo is, dan is die mij ontgaan, ook achteraf terugkijkend.
Het boek speelt over 1000 jaar, in een wereld die vooral aan het eind van de middeleeuwen doet denken. Er is geen hoogontwikkelde techniek, maar er is wel ambachtelijkheid. Er is ook een weten van een eerdere beschaving die te gronde is gegaan. Het verhaal achteraf is, dat zij aan verering van de afgod Techniek ten gronde ging, een die leidde tot hybris en uitmondde in een Apocalyps. In de Apocalyps verscheen Gods zoon, de lang verwachte wederkomst en in die tijd leven wij nu. Veel van de instituties lijken op die van het eind van de middeleeuwen, de kerk, de kloosters, het vervoer (paarden en wagens), herbergen en maatschappelijk gesproken een eenheid van kerk en staat. Opvallend is een verbod op onderzoek naar ‘de oude tijd’. Dat is ketters, de ketterij van het ‘antiquarisme’.
De hoofdpersoon is een jonge priester, die door de bisschop naar een dorpje gestuurd wordt om een oude priester aldaar te begraven. Waarom de bisschop daar belang in stelt, weet niemand, maar de jonge priester gaat erheen en hij doet het. Hij logeert in de pastorie en ziet in de studeer- annex logeerkamer, dat de gestorven oude priester een verzamelaar was van antiquiteiten. Verboden eigenlijk, maar nou ja. Hij bestudeert ook zijn boekenkast en ontdekt daarbij de verslagen van het Antiquarisch Genootschap en een paar heel oude boeken, van 1000 jaar terug. In die laatste staan verslagen van bijeenkomsten van een stel geleerden dat vreest voor een ineenstorting van de beschaving = techniek, door een van de zes mogelijke manieren (klimaatverandering en een ineenstorting van de internet-infrastructuur zijn er twee van). Deze groep geleerden neemt zich voor om dingen – technische producten, wetenschappelijke verhandelingen o.a. – te verzamelen en op zo’n manier te verbergen dat deze de op handen zijnde calamiteit zullen overleven en zullen helpen de mensen zo snel mogelijk weer terug op het oude niveau van technische ontwikkeling te brengen.
Dit zijn verboden boeken, dat is duidelijk. De priester was wellicht een ketter. Maar onze jongeman is nieuwsgierig geworden. Er is bij de begrafenis ook iemand die beweert dat de oude priester vermoord is. De jongeman gaat aarzelend en wel op onderzoek uit.
Welaan. Dat onderzoek en de resultaten zal ik niet beschrijven, hij ontmoet bij zijn onderzoekingen een vrouw waar hij (en ik eigenlijk ook wel een beetje) verliefd op wordt, tot zijn grote verwarring. Ze hebben zelfs een keer seks, op haar initiatief. Het onderzoek mondt uiteindelijk uit in een groot opgravingsproject, naar de plek waar 1000 jaar geleden wellicht de dingen zijn opgeslagen die de mensen in staat zouden moeten stellen om de technische beschaving weer snel op te kunnen bouwen.
Dat loopt niet goed af, de bisschop komt het verhinderen, vergezeld van politie, maar bij het graafwerk en de tunnelbouw daarbij zijn fouten gemaakt en uiteindelijk wordt het hele gezelschap, bisschop incluis, begraven in de opgraving. Onze jonge priester met zijn nieuwe vriendin zijn samen in een kamer, het is duidelijk dat ze er nooit meer uit zullen kunnen komen en hij zegt haar ‘ga maar slapen, dan gaan we daarna zien wat we kunnen doen.’ Het boek stopt hier en wij hebben het sterke vermoeden, dat er geen daarna zal zijn voor hen.
Ik vond het een mooi boek. De voorstelling van een wereldramp (het vermoeden van de antiquaristen is, dat het de instorting van het internet was dat alles tot een einde heeft gebracht, maar zeker weten ze het niet), de twee eeuwen oorlog, honger, ellende en dood die erop volgen en vervolgens een soort ‘nieuwe tijd’ vind ik hoogst origineel en intrigerend. Ook wel bedreigend, waarbij niet het einde van de technische beschaving mij angst aanjaagt, maar vooral de twee eeuwen oorlog, honger, ellende en dood die erop volgen. Als ons deze ramp treft, of de uit de hand lopende klimaatverandering, kan ik het begin daarvan nog heel wel meemaken. En alle jonge mensen van nu meer dan het begin.
Nu zitten we midden in de coronacrisis en even is niets meer zeker of waarschijnlijk. Wat dat betreft was de timing van dit boek perfect.