Nicolaas Matsier, De Advocaat van Holland. Amsterdam, 2019
November 2019
Het boek gaat over het laatste jaar van Johan van Oldebarnevelt. Hij brengt dat jaar door in gevangenschap. Ergens achter de Ridderzaal, in een kamer die door hem steeds het appartement van de Admirant genoemd wordt, een hooggeplaatste Spaanse gevangene, die daar jaren gezeten had in afwachting van losgeld. Het verhaal blijft de hele tijd bij Van Oldebarneveldt. Het zijn zíjn gedachten, zíjn herinneringen, zíjn ervaringen in deze gevangenschap.
Het is geen verheffende periode, noch voor hem noch voor degenen die hem gevangen houden. Hij wordt met weinig egards behandeld. Hij krijgt bijvoorbeeld niks te lezen en geen schrijfmateriaal. Dat betekent een enorme aanslag op de manier waarop hij zijn tijd kan doorbrengen. Het is ook opzettelijk vernederend.
Zijn knechtje (hij heeft een jongeman als bediende mee, die echt goed voor hem zorgt) probeert naar vermogen wat communicatie met de buitenwereld in stand te houden. Hij naait briefjes in zomen van het beddengoed dat door de familie van de gevangene gewassen moet worden. Dat de gevangene zelf voor bewassing moet zorgen en dat de kosten van de gevangenschap op hem verhaald worden is vanzelfsprekend, tot aan de kosten voor de voltrekking van het vonnis toe.
De jongen weet uiteindelijk ook een weg voor schrijfgerei te vinden en is behendig in het verstoppen van het geschreven. Over wat er door Van Oldebarneveldt geschreven wordt horen we weinig. Eerst doet hij drie maanden niets, er wordt geen beschuldiging tegen hem ingebracht, de straffe bewaking vermijdt elk persoonlijk contact en beantwoordt geen vragen. Dan volgen er weken van ‘verhoren’, waarbij hem allerlei vragen worden voorgelegd waar met name de kwestie van de waardgelders – de toestemming aan steden van Holland om soldaten in te huren, die dus onder bevel van die steden staan en niet onder dat van Maurits – staat eerst centraal. Later komen daar nog allerlei punten uit de strijd tussen remonstranten en contraremonstranten bij. Zij vragen, hij antwoordt (en loopt daarmee ook zijn hele eigen geschiedenis weer door), een griffier schrijft alles op, maar de ondervragers reageren niet. Geen contact. Met name het systematisch steeds geen contact maken wordt helder neergezet en komt nogal binnen, ik krijg het daar koud van. Er is ook geen contact meer met zijn vrouw en andere familie, of met eventuele andere gevangenen zoals Hugo de Groot, een goede vriend van hem.
Uiteindelijk dan wordt hem, na weer veel weken nietsdoen, het vonnis voorgelezen. Daarover krijgen wij niets te horen, behalve dan dat het morgen op het schavot zal plaatsvinden. De rechters, vierentwintig in getal, blijven uitgestreken, niemand kijkt hem aan, de griffier leest een half uur voor, maar of er nu een beschuldiging geuit wordt, dus waarop hij eigenlijk veroordeeld wordt, het ontgaat hem en ons.
We lopen met hem mee het schavot op, de gelijkmatigheid van zijn gemoed is overtuigend, het genieten van het briesje op zijn huid bijvoorbeeld, na zoveel maanden binnen gezeten te hebben, de geur van vers hout, het grove zand dat eronder uitgestrooid is, om hoofd en bloed op te vangen, hij neemt het waar zonder veel reactie van binnen, lijkt het. Het laatste wat hij hoort is het zoeven van het zwaard; daarna volgt een ongeloofwaardige reis van zijn ziel over zijn bezittingen, en over zijn invloedssfeer, Frankrijk, de zuidelijke Nederlanden. En dan is het voorbij.
Ik vond sterk van het boek, dat de isolatie waarin Oldebarneveldt belandt ook door de schrijver wordt volgehouden. Wij lezers verkeren ook in dat isolement. En Oldebarneveldt blijft zichzelf. Drie maanden niks doen is saai, maar Matsier is hier kort genoeg over om het niet saai te laten zijn.
Het lezen ervan heeft wel gemaakt, dat ik meer en preciezers wil weten over de inhoud van de conflicten en van de rol van Maurits. Die laat zich de hele tijd niet zien, maar dat hij degene is die dit geheel in gang zet en houdt, is duidelijk. Maar daar moet ik een historisch werk voor naslaan, hier gaat het niet over feiten. Hier gaat het over een gevangen ziel.
Ik heb volgens mij een biografie van hem in de kast staan. Ik ga es kijken.
2 gedachten over “Een gevangen ziel”