Ildefonso Falcones, The hand of Fatima. Londen, 2010
Januari 2019
Mijn verwachtingen van dit boek waren erg laag gesteld: de schrijver leek als eerste boek een soort kopie gemaakt te hebben van het eerste boek in de Engelse Kingsbridge-serie van Ken Follett, over de bouw van een kathedraal in een Engels stadje. Ik wilde het toch lezen, want ik was in Spanje en dan is het tijd om boeken te lezen die in een Spaanse context spelen.
Mijn verwachtingen zijn verre overtroffen.
De hand van Fatima is een door moslims veelgebruikte vorm voor een sieraad, een raamversiering, een beeld, voor wat dan ook. Het lijkt op een hand met vijf vingers, maar wordt geacht voor de vijf zuilen van de islam te staan. De ‘hand’ heeft een symmetrische vorm wat het symbolisch karakter versterkt.
In deze titel en in het boek is ‘de hand van Fatima’ ook het recht om met Fatima te trouwen. De hoofdpersoon is een jongen, we ontmoeten hem als hij zo’n veertien jaar is, de eerste zoon van zijn moeder, voortgekomen uit de verkrachting door een priester. Hij heeft blauwe ogen, wat deze ontstaansgeschiedenis voor iedereen zichtbaar maakt. Ene Brahim wilde toch wel met deze vrouw trouwen, voor het accepteren van deze ‘geschonden vrouw’ met haar kind kreeg hij als ruil een ezel. Hij was ezeldrijver van beroep. Er worden daarna nog vier kinderen geboren, maar deze oudste, Hernando, maakt geen deel uit van het gezin, zijn moeder mag niet vriendelijk voor hem zijn, zij geeft hem stiekem te eten, hij slaapt in de stal bij de ezels en heeft van jongsaf aan de taak voor hen te zorgen. De paters, confrères van de verkrachter, hebben zich ook over hem ontfermd, en leren hem Spaans lezen en schrijven en voeden hem op in het christelijk geloof bij. Hij brengt ook veel tijd door met een oude wijze Moslim uit het dorp, die hem in de islam inwijdt. Hij ziet zichzelf als moslim, de paters spreken hem kennelijk minder aan.
Het is in de tweede helft van de 16e eeuw, de reconquista is gaande, er wordt hard en wreed gevochten tussen moslims en christenen. Deze Hernando manoeuvreert slim en behendig tussen de partijen door, redt zijn moeder en een deel van haar andere kinderen uit een moordpartij op moslims in het dorp en wordt verliefd op Fatima. Fatima, dertien jaar oud, heeft al een kind heeft, maar ze heeft haar man in de oorlog verloren. De stiefvader van Hernando, voornoemde Brahim, pikt haar in en dwingt haar met hem te trouwen, met als dwangmiddel dat hij zijn vrouw en Hernando zal ombrengen als ze niet instemt. Met Hernando en zijn moeder is Fatima zeer verbonden is, ze is door hen gered en opgenomen met haar kind. Ze stemt met het huwelijk in, iedereen weet dat Brahim wreed genoeg is om zijn dreigement uit te voeren.
Dan volgen we duizend pagina’s lang Hernando’s leven: hoe hij zich redt, door goed met ezels te kunnen werken, veel kennis verzameld te hebben over de geneeskrachtige werking van kruiden, hij kan ook dokter spelen, en uiteindelijk zich ook te ontpoppen als een getalenteerd ruiter en paardentemmer. Van zijn oude leraar Mohammed heeft hij een scimitar geërfd, waarmee hij zichzelf en anderen doeltreffend weet te verdedigen en daardoor een aantal mensen aan zich weet te verplichten die hem later ook te hulp kunnen schieten. Op de meest wonderbaarlijke wijzen weet hij steeds te ontsnappen, of zich ergens in te werken, een rol te gaan spelen, tot voorspoed te komen of juist alles weer kwijt te raken, Fatima te hervinden en een gezin met haar te stichten, haar weer kwijt te raken, zijn moeder kwijt te raken, al zijn kinderen te verliezen en toch opnieuw een gezin te stichten, dit allemaal te midden van de vreselijke strijd van de katholieke kerk met haar Inquisitie tegen alles wat moslim of joods is. De gruwelen, en die zijn niet verzonnen, gaan je door merg en been. Uiteindelijk ontmoet hij ook Fatima, die voor hem inmiddels vooral een verre inspiratie is geworden om de geheime strijd voor behoud van de islam te voeren. Hij kiest dan, tot verrassing van de lezer die op makkelijke happy endings rekent, toch voor zijn nieuwe gezin en bestaande vrouw.
Dat vond ik vooral het bijzondere van het boek: ik vond het allemaal níet makkelijk opgelost. Het was in bepaalde zin niet romantisch. Het komt niet goed met Fatima en hem, het komt niet goed met zijn moeder en hem, of met de kinderen uit het eerste gezin, zijn leven heeft zijn loop en hij maakt er het beste van, in de meest vreselijke omstandigheden. Die omstandigheden waren overigens voor mij in hun concrete gruwelijkheid, nieuw, de vage beelden van wat de reconquista betekende en wat de Inquisitie feitelijk betekende, zijn pijnlijk uitgekristalliseerd. Wat dat betreft vond ik het, behalve een mooi boek, ook een leerzame historische roman.
Het bezoeken van kathedralen in Spanje is me sindsdien zo goed als onmogelijk geworden. Toch al niet zo’n fan van de papistische pronk en praal, vind ik het ook moeilijk om ernaar te kijken zonder aan de slachtoffers van dit in gebouwen gestolde triomfalisme te denken.
Ik wil iedereen die nog eens naar Spanje gaat aanraden dit boek te lezen.
1 gedachte over “De hand van Fatima”